Vereniging Vrienden van het Instituut Kern
Dit jaar, 2024, viert de VVIK haar 100-jarig jubileum, aanleiding tot feestelijkheden, zie aankondiging.
De VVIK, Vereniging Vrienden van het Instituut Kern, ondersteunt en bevordert de studie van Zuid-Azië, in het bijzonder India en Tibet. Ze doet dit door het organiseren van lezingen en excursies, het verstrekken van subsidies voor studiereizen, het ondersteunen van de zorg voor en het gebruik van haar bibliotheekcollecties en het uitgeven van een Nieuwsbrief en andere publicaties. Zo ook ondersteunt ze, via de ‘Stichting J. Gonda Fonds’ en de ‘Dr. de Cock-fundatie’, de website ‘Dutch Studies’ on South Asia, Tibet and classical Southeast Asia’. De VVIK werkt nauw samen met de opleiding Talen en Culturen van Zuid- en Zuidoost-Azië van de Universiteit Leiden.
De VVIK werd, onder voorzitterschap van Prof. J.Ph. Vogel, in 1924 opgericht. Een van de hoofddoelen was het stichten van een instituut voor de bestudering van de Indiase kunstgeschiedenis en archeologie van Zuid- en Zuidoost-Azië aan de Universiteit van Leiden. Dit instituut werd vernoemd naar Hendrik Kern — de eerste hoogleraar Sanskriet in Leiden — en opende haar deuren op 4 april 1925.
In de loop van de 20e eeuw ontwikkelde het Instituut Kern zich tot een instelling voor India en Tibet studies in de breedste zin. Dit hing direct samen met de steeds nauwere samenwerking met de Universiteit van Leiden. Deze samenwerking resulteerde in 1960 in een overeenkomst, waarbij de vereniging het beheer van haar collecties overdroeg aan de universiteit. Hoewel in de tachtiger jaren alle instituten binnen de Universiteit van Leiden als bestuurseenheid werden opgeheven, bleef het Instituut Kern in naam bestaan. Dit instituut is nu het nationale expertisecentrum voor Zuid-Azië en de Himalaya, in het bijzonder India, Pakistan, Tibet, Nepal, Bangladesh, Bhutan, Sri Lanka en de Malediven.
De VVIK bleef naast de opleiding, onafhankelijk daarvan, bestaan. Op dit moment telt ze circa 100 leden, zowel binnen als buiten universitaire kring. De leden voelen zich verbonden door hun betrokkenheid bij de India en Tibet studies.